poëzie op muren
De groet
Gereisd tot aan de laatste grens.
Dit land vraagt langzaam leven.
Omarm mij, vrome Scheldestroom.
Verzoen mij, onverbiddelijke Lethe.
De winters en de zomers gaan.
De wind waait warm uit Vlaanderland.
De oude bomen zijn verplant.
Herinnering kleurt de kindertijd.
Het hart is van zijn vracht bevrijd.
Een schip vaart naar de overkant.
Een mens staat aan het hoogste raam.
Een hand wuift achter glas.
De zwaluw vangt haar thuisreis aan.
Gij wandelt langs een zoom van gras.
Kijk op! Hoe snel de wolken gaan!
Voorbijganger,
blijf staan!
Aleidis Dierick
Grafisch ontwerp: Marc Meeuwissen
Het gedicht De groet is aangebracht tegen de gevel van het verzorgingstehuis Aen de Fonteyne aan de Van der Goesstraat in de wijk Fort-Zeekant.
Stenen Strofen (comité)
www.stenenstrofen.nl
Toen de Bergse stadsarchivaris Cees Vanwesenbeeck in 1996 werd bedacht met de Sakkoprijs voor Kunsten en Letteren besteedde hij een deel van zijn prijzengeld aan een opdracht aan de dichter Bert Bevers, om een gedicht te schrijven voor op de kopgevel van het gebouw van de Gemeentelijke Archiefdienst (nu het Regionaal Historisch Centrum). lezen
ware grootte
440 x 277px (76,2Kb)
foto: Comité Stenen Strofen
De groet